Een verhaal over twee kids die de pc onbruikbaar maakten.
Whizzkids maken er een zooitje van.
Whizzkids maken er een zooitje van.
‘Nova Zembla’ was onze laatste bioscoopfilm die we gezien hadden. Een verhaal over de Nederlandse expeditie richting het koude noorden, om daar een nieuwe handelsroute te vinden naar het verre Oosten.
Indrukwekkend werd weergeven hoe Willem Barentsz met de gehele bemanning vast kwam te zitten in het pakijs, en moest zien te overleven.
En paar dagen later lagen Irma en ik nog wat na te praten in de slaapkamer, toen we opeens het getik hoorden van vingers die razendsnel over een toetsenbord van een pc gingen.
Het geluid kwam duidelijk uit het kamertje ernaast.
“Heb je de computer niet uitgezet?”
-“Jazeker wel.” antwoordde ik.
Irma stond op en ging in de deuropening kijken.
Daar zag ze twee overleden jongetjes van een jaar of acht, druk in de weer op de computer. Ze hadden het zo druk dat ze haar niet eens bemerkten.
“Ach ja, laat ze maar.” zei ze.
Ze trok de deur achter hen dicht en kroop onder een dekbed waar een prinsesje jaloers op zou zijn.
De volgende ochtend wilde ik even wat internetten. Dat kon ik dus grotendeels vergeten. Veel programma’s deden het slecht of niet, mappen waren verplaatst en zelfs een wachtwoord deed het niet meer.
“Godver! Die twee apen hebben de boel flink door elkaar gegooid vannacht.”
Na ruim 45 minuten had ik de boel weer hersteld, en kon er die dag zonder problemen van het internet gebruik gemaakt worden.
Het ritueel herhaalde zich die avond.
We lagen er nog niet in, of het ‘tikkekektikketikke tik’ kwam weer uit de kamer ernaast.
Irma stond op en liep er naar toe.
-“Zeg even dat ze de boel niet weer in het honderd moeten sturen.” riep ik nog.
“Ze hebben een energieschildje om zich heen gegooid.” antwoordde Irma. “Nou ja zeg.”
Dat werd me te gortig en ik stond op. Beide mannekes kregen een lesje in beleefdheid.
Ik verwijderde hun krachtveld en plaatste hen op een prachtig mooi stuk land dat bestond uit zand, stenen, veel ijs en koude wind. Precies de plek die we in de bioscoop hadden gezien.
“Wat heb je met ze gedaan?” vroeg Irma.
-“Maak je maar geen zorgen, ik haal hen zo terug. Dan kan je even lachen.”
Na een half uurtje waren ze er dan ook weer.
-“En hoe vonden ze hun reis?” vroeg ik aan Irma.
“Ze hebben het gruwelijk koud. Staan hier te rillen. Waar heb je ze naartoe gestuurd net?”
-“Nova Zembla.” lachte ik heel zachtjes. “Als ze beloven niets meer op de pc in de war te gooien, dan mogen ze erop blijven spelen. Anders gaan ze de volgende keer veel langer met Zembla kennis maken.”
De twee whizzkids beloofden dat klappertandend meteen zo plechtig mogelijk als ze konden.
Vanaf die tijd heeft de computer geen vreemde kuren meer gehad.
Marco Pothuizen